Deze zomer is ietwat anders dan andere zomers. Het is dan ook zoeken naar alternatieven. In plaats van naar een festival gingen m’n beste vriendin Angela en ik bijvoorbeeld naar een coronaproof optreden. In plaats van op reis naar het zuiden (zoals naar Andalusië in september 2018) gingen m’n zus Stefanie en ik… Te voet naar de zee! Een echte summer challenge! We deden dit op drie dagen (40, 30 en 20 km) en sliepen onderweg in 2 hotels zodat we toch een beetje luxe hadden. Het was een geweldig én geslaagd avontuur waar ik verder graag meer over vertel en toon…

We vertrokken op zondagmorgen 19 juli, om 5 voor 8 om precies te zijn. Nog snel een foto aan het carrouselgebouw, en weg waren we, vol goeie moed en met frisse benen – wel precies wat met kleine oogjes, dat zal van deugnieterij geweest zijn ofzo.

Het was sommigen onder jullie misschien al opgevallen, maar we gingen veel wandelen de laatste tijd. Ik schreef al over wandelingen naar Flobecq, Kerselare, Zingem en Zottegem. Of gewoon wandelingen in ons geliefde Schorisse, zowel kleine (onze eerste trainingen) als grotere (van bijna 20 km). We bouwden op naar dit grote avontuur en waren heel blij te kunnen vertrekken!

We stapten eerst naar Oudenaarde, via de vernieuwde N457 en dan langs het Zevenbunder. De kortste route. Zus Stefanie had de volledige route op voorhand uitgestippeld. Overal zo kort mogelijk – want de zee lag toch ver genoeg! Ook keek ze of we toch wel overal veilig konden wandelen – meestal op het fietspad. Verder krijgen jullie een kaartje vanop Strava, al is het niet super duidelijk, maar ik denk nu niet dat er veel mensen staan te springen om naar de zee te wandelen.

Hierboven zie je het kerkje van Moregem, tussen de mist en de lage bewolking. Alhoewel de ochtend mooi begon, kregen we een hele voormiddag grijze wolken. Erg vonden we dat niet, want op deze manier was het niet te warm met de 25 °C die ze gaven.

Na zo’n 20 km kwamen we op onze bestemming waar we zouden picknicken. Misschien niet meteen de geschikte plaats, maar in het park rondom was het wel gepast. We maakten een tussenstop op het Flanders Field American Cemetery and Memorial. Ik wou hier al lang eens een bezoek brengen, zeker na het Tyne Cot Cemetery te hebben gezien vorig jaar. In 2014 bezocht de toenmalige president van de Verenigde Staten, Barack Obama, de begraafplaats en het monument ter nagedachtenis van de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen te Waregem.

We zaten intussen ook in West-Vlaanderen en staken na ons middagmaal de E17 over. Het ging er rustig aan toe, op deze intussen zonnige zondag.

Enkele kilometers verder staken we de Leie over. Zo kwamen we van Desselgem (Waregem) in Ooigem (Wielsbeke) terecht. We stapten nog wat verder, tot aan het Kanaal Roeselare-Leie.

Hier konden we vanaf Ooigem langs dit kanaal wandelen tot in Roeselare, maar op deze eerste dag tot in Izegem, waar we zouden overnachten. Op het stuk vanaf Ingelmunster loopt ook de spoorlijn Kortrijk-Brugge er evenwijdig mee. Op dit spoor passeerden we jaren met de trein, richting onze hogeschool. Mooie tijden, maar ook nu maken we er een mooie tijd van!

Eenmaal aangekomen in Izegem – na een goeie 40 km (!) – gingen we op ons hotel, het Parkhotel, meteen naar onze kamer. Stretchen, douchen en herstellen stond op het programma!
Naast een hotel had ik op voorhand ook een restaurant gereserveerd. Slechts op enkele tientallen meters van ons hotel, zodat we niet meer ver moesten stappen. Dat lukte ook niet meer zo goed want we waren toch redelijk stijf – het was nogal een grappig zicht! Het was enorm gezellig in Bistro Belle. We genoten er met volle teugen van een aperitief, een lekker hoofdgerecht en een heerlijk dessert! We genoten ook van elkaars gezelschap – we gaan namelijk nu ook weer niet zo veel op restaurant.

Onze eerste dag sloten we af, rustig in bed met een stevige actiefilm: Taken 3. De beentjes mochten dan onder de dekens voor een heerlijke nachtrust. Hieronder geef ik nog onze route van dag 1 vanop Strava mee. M’n smartphone vertelde me dat ik de dag afsloot op 60 031 stappen!

Op maandagmorgen 20 juli, opnieuw rond 8 uur, vertrokken we voor dag 2. Ik moet zeggen, we waren redelijk goed uitgerust en vooral belangrijk: de benen voelden eigenlijk echt terug goed aan. We hadden stevig ontbeten (in coronastijl: aan tafel geserveerd) en hadden onze rugzak terug ingepakt. Onze bidons water terug aangevuld, met in één bidon enkele tabletten Isostar. Om ons onderweg eens extra te boosten hadden we ook druivensuiker (Dextro Energy) mee.

We waren er opnieuw klaar voor en lieten het Parkhotel te Izegem achter ons! Met al hele mooie herinneringen op zak! Ik nam tientallen foto’s met m’n Huawei smartphone – dat hebben jullie al ondervonden. M’n fototoestel had ik niet mee omdat dat te groot is, en uiteindelijk zit de kwaliteit van een smartphone al vrij goed.

Vanaf Izegem stapten we naar Roeselare, terug verder via het Kanaal Roeselare-Leie. Het was er rustig op deze maandagmorgen. De windmolens zwaaiden ons een goeie morgen tegemoet!

We stapten door de stadskern van Roeselare, waar we ons baan nog steeds een beetje kenden! We hebben beiden Agro- en Biotechnologie gestudeerd in deze mooie stad. We kochten een broodje in de Panos – waar we nog warme wafels hadden gegeten – en stapten verder door de winkelstraat. Deze straat hebben we al honderden keren doorkruist, al stappen of lopen, van het station naar school en omgekeerd.

Na Roeselare ging het richting Staden. Vanaf nu hadden we bijna constant grote N-wegen – de kortste route – en waren we dus constant op het fietspad terug te vinden. We passeerden heel wat velden en weiden, waar we altijd de koetjes goed bekeken. Hier passeerden we langs een weide met het West-Vlaams Rood. Eens wat anders dan onze Holsteiners (Holstein-Friesian eigenlijk).
In het centrum van Staden aten we ons broodje op – bij mij een heerlijk bruintje met krabsalade. De pijl richting Diksmuide wees ons de weg naar onze tweede overnachtingsplaats. Maar het waren nog een aantal kilometers! Het was lastig vandaag: Stefanie haar linkerkuitbeen werkte wat tegen en bij mij wou m’n rechterheup niet echt mee. Maar met wat verse energie en vooral op karakter zetten we onze tocht verder!

We stapten na Staden doorheen Zarren, een deelgemeente van Kortemark. Daar zagen we (in de verte) de hoogste molen van België staan: de Couchezmolen. Hij is 25 meter hoog tot in de nok en de wieken tegenover elkaar zijn samen 23,4 meter lang. De Bossenaarmolen in Etikhove (deelgemeente van Maarkedal) heeft een slagbreedte van 22 meter.

Eindeloze fietspaden, die hebben we gezien! Gelukkig onder een ideaal weertje. We waren heel blij Diksmuide binnen te komen, of toch deelgemeente Esen. We kwamen alleszins dichter! We zijn ook nooit fout gelopen, door Stefanie haar fantastische voorbereiding met straatnamen!

Iets voor 15 uur bereikten we het Pax Hotel in het hartje van Diksmuide. We waren zo gelukkig! We mochten douchen, rusten en de benen insmeren! Opnieuw een heel modern hotel, waar we niets te kort kwamen.
Rond 19 uur – nadat ons lijf wat bekomen was – gingen we nog een beetje rondslenteren in het stad. Dan ook gezellig op restaurant: in Bistro De Mane op de Grote Markt. Terug frietjes inderdaad, maar we mochten wel na zo’n inspanningen!

We sloten onze avond terug rustig af met een filmpje kijken vanuit ons bed. Vanuit ons raam hadden we trouwens een prachtig zicht op de Ijzertoren. Die zouden we de dag nadien passeren. Nu was het na een dag van 45 844 stappen en zo’n 31,8 km wandelen wel genoeg.

Dinsdagmorgen 21 juli, de nationale feestdag van België en voor ons vooral de dag waarop we al wandelend de zee zouden bereiken! Weken hadden we hier naar toe geleefd, onze summer challenge van 2020! We waren er opnieuw klaar voor: ons lichaam was tamelijk uitgerust en onze geest had enorm veel zin en moed! Here we go!

Een prachtige ochtend daar aan de Ijzertoren. We zwaaiden Diksmuide uit en gingen op weg naar Oostduinkerke, onze eindbestemming, via Veurne.

We kwamen weides vol schapen voorbij, zeker eens iets anders! Maar we zagen vooral veel stallen voor varkens, koeien en kippen.
Veel weilanden en velden liepen we voorbij. We voelden ons heel de tijd thuis in de omgeving, behalve misschien minpunt de iets te drukke banen. Maar wel veilig wandelen op het fietspad. Stefanie had voor onze laatste dag wel enkele rustigere straten uitgestippeld.

Het drukste en gevaarlijkste punt was misschien wel de E40 oversteken op de Toekomstlaan in Veurne.

Op de Toekomstlaan was er ook een heel stuk zonder fietspad. De auto’s zoefden ons voorbij. Gelukkig kwam de zee dichterbij… We stapten Wulpen, een deelgemeente van Koksijde, binnen. Oostduinkerke, die andere deelgemeente, en de zee lag nu maar een goeie 5 km meer voor ons.
Het bekende paard verwelkomde ons in Oostduinkerke-Bad. Hier is de enige plaats waar nog te paard garnalen worden gevangen. De paardenvissers werden in 2013 zelfs opgenomen in de lijst van UNESCO-Werelderfgoed. Daarna volgde de laatste rechte lijn, de Leopold II Laan. Met een big smile zagen we de zee uiteindelijk verschijnen! We made it!
Op onze laatste dag, of voormiddag nu eigenlijk, legden we nog een kleine 20 km af. Uiteindelijk zette ik die dag nog 40 320 stappen, want ’s namiddags bliezen we uit op het strand, samen met familie die op een halve kilometer van de zee verbleven. We hebben hen werkelijk goed verrast. Een geslaagd avontuur tijdens de coronacrisis!

proficiat, een hele prestatie
LikeLike