In mei had ik het over vaccineren, dit tegen BVD en blauwtong. Dit zijn echter niet de enige ziekten die bij melkvee dienen bestreden te worden. Het bestrijden van IBR en paratbc gebeurt door een serologische screening. Dit wil zeggen dat er door de veearts bloed wordt afgenomen en deze bloedstalen worden dan bij DGZ geanalyseerd. De bestrijdingsprogramma’s van deze ziekten zijn niet dezelfde, vandaar leg ik deze ziekten en hun programma’s afzonderlijk uit.
De ziekte IBR, languit Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis, is een virale ziekte van de bovenste ademhalingswegen van het rund. Een besmetting met IBR verloopt via neus, muil of oog dus gebeurt dit voornamelijk via de aankoop van een besmet rund of door contacten tussen dieren op de weide. Een besmet rund blijft levenslang drager, het virus zal verborgen aanwezig zijn in het dier en kan het opnieuw beginnen uitscheiden. De symptomen van IBR zijn een verminderde eetlust, een waterige en slijmerige neusuitvloei, hoge koorts, verwerpingen…
Er bestaan verschillende IBR-statuten. Elk bedrijf moet sinds januari 2012 minstens een I2-statuut hebben. Ons bedrijf heeft een I3-statuut sinds 2011. Dit wil zeggen dat het bedrijf vrij is van IBR, alle runderen van het beslag zijn seronegatief voor het wildvirus. Vaccineren is op deze bedrijven toegelaten maar niet verplicht. Het I3-statuut blijft behouden wanneer er jaarlijkse IBR-opvolgingstesten worden uitgevoerd met gunstig resultaat. Deze test is een beperkte serologische screening: bloedafname en –analyse van een aantal runderen. Het aantal dieren (maximum 26) en welke dieren (ad random) wordt bepaald door DGZ, op basis van de aanwezige dieren. Bij ons dienden er 26 dieren gescreend te worden, uit een keuzelijst van 36 dieren. Bij ons is het resultaat, net als de afgelopen jaren, terug allemaal negatief.
UPDATE: Sinds 2020 wordt IBR getest via de melk. Er worden af en toe tankstalen genomen, die dan worden onderzocht door MCC, zoals ook gebeurt bij de kwaliteitsbepaling van de melk bij elke ophaling.
Paratbc, languit paratuberculose, is een besmettelijke infectieziekte die een ongeneeslijke darmontsteking als gevolg heeft. Het rund wordt als kalf geïnfecteerd via (biest)melk of door mest van besmette koeien. Spatten mest kunnen in het eten terecht komen en wanneer men het restvoer dan aan het jongvee voedert, is er kans op besmetting. De besmetting gebeurt namelijk tot een leeftijd van 6 maand. Het rund zal niet meteen symptomen tonen want er is sprake van een incubatietijd van 1,5 tot 10 jaar. De ziekteverschijnselen, die dan zelfs niet bij alle besmette dieren optreden, komen ten vroegste tot uiting bij runderen vanaf 2-jarige leeftijd en lopen sterk uiteen: daling van de melkproductie, vermagering of dus conditieverlies, waterige diarree met tussenpauzen, sterfte door uitputting… Opvallend is wel dat het dier geen koorts heeft. Er bestaat geen behandeling tegen de ziekte dus voorkomen dat kalveren besmet raken, is de opdracht. Dit is echter een moeilijke opdracht door de lange incubatietijd. Biest kan gegeven zijn zonder te weten dat deze besmet was. Hygiënisch werken kan wel zo goed mogelijk gebeuren.
Wij nemen sinds 2012 deel aan het vrijwillige bestrijdingsprogramma tegen paratuberculose. Dit programma bestaat er uit seropositieve dieren op te sporen door bloedafname en –onderzoek van alle dieren ouder dan 30 maanden. Deze dienen binnen bepaalde termijn afgevoerd te worden. Voorkomen dat er besmetting van kalveren kan optreden, staat ook duidelijk vermeld in het programma. In 2012 hadden we maar 1 positief dier en dus behoorden we tot opvolgingsniveau A. Er mogen namelijk 2 positieve dieren zijn bij 100 onderzoeken, 3 bij 100 tot 150 onderzoeken. Bij niveau A is de volgende screening dan 2 jaar later. In 2014 hadden we echter 5 positieve dieren op het bedrijf! Hierdoor ging ons bedrijf van opvolgingsniveau A naar B. Van laag naar gematigd risico op aanwezigheid van ziektekiemen in de melk. Er werden positieve dieren vastgesteld maar deze werden tijdig afgevoerd (anders niveau C of risico). Een B-bedrijf wordt jaarlijks serologisch gescreend en dus werd in 2015 terug bloed afgenomen. We waren opgelucht dat toen alles negatief was, zodat we terug niveau A behaalden. Nu zijn we terug twee jaar later, voor het werkjaar 2016-2017, waarvan de screening moet gebeuren tussen 1 november en 30 april, en er is terug 1 positief dier. Het is een bijna 8 jaar oude koe die al voor de vierde keer getest werd. Er blijft dus precies altijd kans zijn dat er een positief resultaat opduikt.
Wanneer er een beperkt aandeel positieve resultaten is, kan een bedrijf dat in aanmerking komt voor niveau A echter een bijkomend onderzoek laten doen. Het gaat hier dan om een mestonderzoek van het positieve dier. Zo kan worden aangetoond of er ziektekiemen aanwezig zijn of niet. Want indien dit niet het geval is, wordt het dier vrijgesteld van opruiming. Onze positieve koe van dit jaar werd bij het mestonderzoek negatief bevonden en zal dus op ons bedrijf mogen blijven.
UPDATE: In werkjaar 2018-2019 (2 jaar na de vorige screening want we hebben niveau A) werden twee dieren positief getest bij het serologisch onderzoek. Ook nu lieten we hun mest onderzoeken en ze bleken beiden negatief! Daardoor mogen ze op ons bedrijf blijven en behalen we ook opnieuw niveau A.
UPDATE: In het werkjaar 2020-2021 was geen enkel dier positief maar werden er wel twee dieren Niet Interpreteerbaar getest. Met deze runderen dient niets te gebeuren en ons bedrijf blijft in niveau A.
Het is altijd een hele opdracht om bloed af te nemen. Zeker voor de veearts, maar ook voor ons: de dieren zo goed en zo veel mogelijk in de voederhekkens vast zetten, de lijst met welke koeien en welk staal goed bijhouden, het bloedstaal op de juiste plaats in de doos stoppen… Ik toon enkele foto’s van deze belevenis. Deze keer was het veearts Jeroen van Dierenartsenpraktijk ’t Perlinck: http://www.daptperlinck.be/
5 gedachtes over “Bloedafname voor IBR en paratbc”