Wist je?

Er is een kwaliteitsbepaling van de melk bij elke ophaling

Vijf keer op twee weken wordt de melk uit onze melktank opgehaald. Daarbij wordt telkens een melkmonster genomen dat zal gebruikt worden voor de kwaliteitsbepaling van de melk. Deze bepaling wordt uitgevoerd door Melkcontrolecentrum (MCC) Vlaanderen. De melkveehouder betaalt elke maand een basisbijdrage van 24,06 euro aan MCC Vlaanderen voor deze kwaliteitsbepaling en daarnaast 12,66 euro voor extra analyses voor de kwaliteitspremie. Er worden voor de kwaliteitsbepaling van de melk negen parameters onderzocht, waarvan vijf parameters moeten voldoen aan bepaalde eisen om geen strafpunten en dus afhoudingen te krijgen. Melkveehouders kunnen de resultaten raadplegen op de website van MCC. Hieronder krijgen jullie daarvan een voorbeeld, uit augustus 2014. Daarna beschrijf ik alle parameters, de een heeft al wat meer uitleg nodig dan de andere. Ook wordt dan duidelijk voor welke parameters en vanaf wanneer precies er strafpunten worden toegekend. Na de paramaters wordt het strafpuntensysteem dan uitgeklaard.

Kwaliteitsbepaling melk augustus 2014


Vet (g/l)

Het vetgehalte van de melk wordt elke keer bepaald. Ons gemiddelde in 2014 was 42,94. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was 42,10. Vetgehalte over jaarHet vetgehalte varieert afhankelijk van de seizoenen: in de zomer is het lager en in de winter hoger. Dit is duidelijk te zien op de grafiek vanop de website van MCC. Dit heeft niet te maken met weidegang want onze koeien blijven op stal en krijgen altijd ongeveer hetzelfde rantsoen, en toch was ook in de zomer het vet lager. Het voeder is echter wel een andere omgevingsfactor die invloed heeft op het vetgehalte. Daarnaast is het gehalte ook afhankelijk van de erfelijke aanleg van de dieren.


Eiwit (g/l)

Het eiwitgehalte van de melk wordt elke keer bepaald. Ons gemiddelde in 2014 was 34,80. Eiwitgehalte over jaarHet jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was 35,10. Net als bij het vetgehalte varieert het eiwitgehalte, om dezelfde redenen, maar dit is wel minder duidelijk.

 


Celgetal (x1000/ml)

Het celgetal wordt vier keer per maand bepaald. Ons gemiddelde in 2014 was 152. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was 214. Celgetal over jaarHet celgetal duidt het totaal aantal cellen aan, dit zijn voornamelijk witte bloedcellen of afweercellen. Wanneer bacteriën de uier binnendringen, zullen de afweercellen toesnellen. Een verhoogd celgetal wijst dus op een ontsteking en is met andere woorden een aanduiding voor de uiergezondheid van de koeien. Het celgetal wordt ook hoger naargelang koeien verder in hun lactatie zitten en naargelang ze ouder worden. Op de grafiek van MCC is te zien dat in juli en augustus het celgetal beduidend hoger ligt dan in de andere maanden. Celgetal slechterDit komt doordat het warm en vochtig is en de dieren dan vaak last hebben van hittestress, wat ervoor zorgt dat hun weerstand vermindert. Om geen strafpunten te ontvangen, moet het celgetal onder 400 blijven. Het celgetal waarop elke maand de beoordeling gebeurt, is wel het geometrisch gemiddelde van de resultaten van de laatste drie maanden. Op deze manier zorgen één of een paar slechte bepalingen van het celgetal niet meteen voor slechte punten maar kan de melkveehouder het probleem zoeken en oplossen. Soms kan men ook zien dat het celgetal begint te stijgen, zoals op de afbeelding rechts, maar dan is het vaak moeilijk om de koe of koeien met het probleem te vinden – behalve wanneer men melkproductieregistratie (MPR) doet weet men het celgetal per koe en zijn de slechte koeien er dus uit te halen. Het strafpuntensysteem wordt later uitgelegd, nadat alle parameters aan bod zijn geweest.


Kiemgetal (x1000/ml)

Het kiemgetal wordt twee keer per maand bepaald. Ons gemiddelde in 2014 was 5. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was 10. Kiemgetal over jaarHet kiemgetal duidt het totaal aantal bacteriën aan. Het geeft vooral een aanduiding omtrent de hygiëne want wanneer het kiemgetal hoger is, is dit vaak te wijten aan de reiniging van het melksysteem. Hiermee kregen wij deze maand nog te maken: er was één van de 24 melkstellen niet goed gereinigd omdat we bij het verlaten van de carrousel er blijkbaar per ongeluk moeten tegen gebotst zijn. Kiemgetal slecht jToen we de volgende melkbeurt gingen aanvatten, zagen we dit wel en we zagen ook dat het net op een plaats was waar een koe met uierontsteking had gestaan. We hebben het dan handmatig goed uitgespoeld maar het was blijkbaar niet goed genoeg. Net deze opgehaalde melk werd dan gecontroleerd op kiemgetal, met een heel slecht resultaat als gevolg, zoals op de rechtse afbeelding te zien is. Door het slechte resultaat bepaalde MCC daarna bij elke ophaling informatief het kiemgetal, aangeduid met de vierkante haakjes. Vanaf nu letten we bij de reiniging extra op en gaan we ook de reiniging opnieuw laten doen bij een fout. Een slecht kiemgetal kan er ook op wijzen dat de tepelvoeringen van het melkstel versleten zijn of dat de melk niet op de juiste temperatuur wordt bewaard. Om geen strafpunten te ontvangen, moet het kiemgetal onder 100 blijven. Ook hier is het getal waarop elke maand de beoordeling gebeurd, het geometrisch gemiddelde van de resultaten van de laatste maanden, wel van de laatste twee in plaats van drie.


Coligetal (/ml)

Het coligetal wordt twee keer per maand bepaald. Ons gemiddelde in 2014 was < 10. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was 11. Coligetal over jaarHet coligetal duidt het totaal aantal colibacteriën aan. Deze bacteriën komen vooral in mest voor, zodus is het belangrijk om proper en hygiënisch te werken tijdens het melken. De uier en de spenen moeten goed gereinigd worden met droge papieren doekjes zodat er zeker geen mestresten achter blijven. Daarnaast kan een te hoog coligetal ook wijzen op achtergebleven melkresten in de melktank of in de melkinstallatie (dus bijvoorbeeld ook door versleten tepelvoeringen). Coligetal slechtIn meerdere gevallen gaat het kiemgetal en coligetal dus wel eens beiden omhoog. Op de afbeelding rechts is te zien hoe het coligetal bij ons eens veel te hoog was. Het is dan wel eens zoeken naar de oorzaak als er niet meteen iets opmerkelijk is voorgevallen waardoor het zou kunnen komen. Bij ons bleek toen dat er melkresten achter bleven in de melktank, achter de meetlat. Deze meetlat werd niet gebruikt bij ons en werd dus verwijderd uit de tank, waardoor er nu zeker geen melkresten achter blijven. Het is ook belangrijk de darmen om koeien apart te melken in een separatiekan, mee te laten reinigen met de melkmachine. Alles moet tip top in orde en hygiënisch zijn. Voor een slecht coligetal worden geen strafpunten gegeven maar om de IKM premie (Integrale Kwaliteitszorg Melk) en een extra kwaliteitspremie te kunnen ontvangen, moet het coligetal onder 50 blijven. Het gaat hier ook om het geometrisch gemiddelde van de resultaten van de laatste twee maanden. Voor deze extra premie zijn er nog meerdere eisen, bijvoorbeeld het celgetal moet onder 300 en het kiemgetal onder 25 blijven.


Vriespunt (-m °C)

Het vriespunt wordt elke keer bepaald. Vriespunt slechtOns gemiddelde in 2014 was 519. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was ook 519. Vriespunt over jaarHet vriespunt van melk ligt redelijk constant: rond 518 a 520, wat duidelijk op de grafiek te zien is. Wanneer het vriespunt te laag is, is dit een aanwijzing op het feit dat er te veel water in de melk zit. Dit komt dan meestal door een verkeerde reiniging omdat er te veel spoelwater in de leidingen of dergelijke achterblijft en dan met de melk mee in de melktank komt. Wij hebben dit vorig jaar voor gehad, te zien op de afbeelding rechts, doordat er ergens een terugslagklep niet goed werkte. Om geen strafpunten te ontvangen, moet het vriespunt boven 510 blijven. De beoordeling gebeurt op het rekenkundig gemiddelde van de afgelopen maand.


Ureum (mg/l)

Het ureum wordt elke keer bepaald. Ons gemiddelde in 2014 was 287. Het jaargemiddelde van alle bedrijven volgens MCC was 230.Ureum over jaar De bepaling van het ureumgehalte is een niet geaccrediteerde analyse, het is dus een waarde waar geen strafpunten op verkregen kunnen worden maar het wordt informatief bepaald. Ureum is eigenlijk een uitscheidingsproduct van overtollig eiwit of aminozuren. Het varieert vooral afhankelijk van de voeding en dus is het een aanwijzing voor melkveehouders om meer eiwit te voederen wanneer het ureum te laag is. Men spreekt van te laag onder 180 en van te hoog boven 300. Op de grafiek van MCC kunnen we nog een andere duidelijke variatie in het ureumgehalte ontdekken: in de zomer is het ureumgehalte hoger. Dit is te wijzen aan warm en vochtig weer dat zorgt voor hittestress en hittestress zorgt voor een hoger ureumgehalte.


Filtratie

De filtratieproef wordt één keer per maand gedaan. Hiervoor hebben we nog geen slecht resultaat gehad. Dit gebeurt slechts zelden want volgens MCC was in 2014 IMG_2048maar bij 0,01 % van de analyses het resultaat ongunstig. Wanneer het resultaat ongunstig is, worden wel meteen strafpunten uitgedeeld. Bij alle melkinstallaties moet de melkveehouder trouwens voor het melken altijd ergens een filter plaatsen dus er gebeurt altijd op het bedrijf al een “zuivering” van de melk. De uier en spenen van een koe worden wel gereinigd voor het melken maar toch kunnen er altijd nog restjes dipsel (na het melken worden de spenen in een desinfectiemiddel gedipt dus wij spreken van dipsel) of zaagsel uit de ligboxen of dergelijke meegaan met de melk. Dit blijft dan in de filter hangen en komt niet in de melktank terecht.


Remstof

De remstoffenproef wordt elke keer gedaan. Hiervoor hebben we nog geen slecht resultaat gehad. Dit gebeurt niet zo vaak want volgens MCC was in 2014 bij 0,03 % van de analyses het resultaat ongunstig. Wanneer het resultaat ongunstig is, worden hier geen strafpunten toegediend maar wordt er meteen een afhouding toegepast op de geleverde hoeveelheid van het type melklevering waarin de aanwezigheid van remstoffen werd vastgesteld. Remstoffen zijn per definitie “melkvreemde bacteriegroeiremmende stoffen” en de meest bekende remstof is antibiotica. Wanneer koeien namelijk behandeld zijn met antibiotica, bevat de melk van deze koeien ook antibiotica en dit mag niet want men kan er dan geen zuivelproducten van maken. IMG_1064Vorig jaar hebben we wel eens telefoon gehad om te melden dat er remstoffen werden aangetroffen, maar nog net onder de limiet. We kregen dus geen afhouding maar er was duidelijk wel iets verkeerd gelopen. Het kon niet door antibiotica komen want we hadden geen “verkeerde” koeien mee gemolken. Remstoffen kunnen dus nog iets anders dan antibiotica zijn: ontsmettingsmiddelen. Bij het reinigen van de melkinstallatie en van de melktank worden ontsmettingsmiddelen gebruikt. Na de reiniging met deze producten moet er altijd nog een reiniging met water zonder deze producten gebeuren zodat alles verwijderd is. Wanneer dit niet gebeurt of wanneer het laatste spoelwater niet volledig wegloopt, kan dit in de melktank terecht komen of achter blijven. Wanneer er dan melk bij komt in de tank en de melk dan wordt opgehaald, kan dit ook slechte resultaten geven. Bij ons liep het laatste spoelwater niet volledig weg door een terugslagklep die niet goed werkte. Dit zorgde zoals ik eerder al vermelde ook voor een te laag vriespunt.


Strafpuntensysteem

Wanneer er ongunstige kwaliteitsresultaten zijn, worden deze zo snel mogelijk aan de melkveehouder meegedeeld. In totaal werden er in 2014 door MCC 69430 verwittigingen verstuurd, waarvan de meerderheid via telefoon (65 %) en daarnaast ook via fax en e-mail (respectievelijk 14 % en 21 %). De voornaamste parameters waarvoor de melkveehouder wordt verwittigd, zijn het celgetal (57 %) en het coligetal (27 %). StrafpuntensysteemDoor de verwittiging is de melkveehouder snel op de hoogte en dan kan hij ook snel de oorzaak van het probleem zoeken. Wanneer er een of een paar keer een slecht resultaat is, zorgt dit meestal nog niet meteen voor een overschrijding van de limiet. Maar wanneer dit wel het geval is, worden er zoals eerder vermeld strafpunten toegediend. Het strafpuntensysteem wordt uitgelegd in de tabel: men ziet hoeveel strafpunten worden toegediend voor elke “overtreding”. Voor elk strafpunt wordt dan bij de maandelijkse uitbetaling van de geleverde melk een afhouding toegepast van 0,62 euro per 100 liter. Bij de remstoffen wordt niet met strafpunten gewerkt maar wordt meteen een afhouding van 29,75 euro per 100 liter toegepast.


Ik vind het altijd leuk dat ik kan verwijzen naar eerdere blogberichten die op een of andere manier te maken hebben met het bericht dat ik net schreef. Ik heb een paar verwijzingen voor jullie:

7 gedachtes over “Er is een kwaliteitsbepaling van de melk bij elke ophaling

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s