Sinds vorig jaar gebeurt de voortplanting van onze koeien niet meer alleen op natuurlijke wijze maar ook via kunstmatige inseminatie. Op die manier kunnen we voor betere nakomelingen zorgen omdat er gekozen wordt voor de juiste stier (sperma) op elke koe (die beoordeeld wordt op verschillende onderdelen). Maar naast het streven naar sterke, uitstekende melkkoeien, zijn er via KI ook andere mogelijkheden. Zo kunnen we onze Holstein-Friesian koeien insemineren met andere rassen. Zo’n negen maanden geleden probeerde ik dat voor het eerst. Het resultaat (mét foto) krijgen jullie verder in dit bericht.
Eigenlijk probeerde ik tien maanden geleden voor het eerst, toen ik Greta insemineerde met een Belgisch witblauwe stier. Meteen raak! Maar drie maanden geleden aborteerde ze. Het bleek om een tweeling te gaan en deze dracht was waarschijnlijk te zwaar.
Koe Stefani was de tweede koe die ik insemineerde met een Belgisch witblauwe stier. Ook bij haar was het meteen raak! Vorige vrijdag kalfde zij van een flinke jongen. We hebben moeten helpen want hij zat achterwaarts – terwijl bij een kalving normaal eerst de voorpoten en het kopje komen. Eerst leek hij vooral zwart te zijn. Maar eenmaal hij droog was, zag je duidelijk de witblauwe tint. Het is dus een mooie kruising tussen de twee rassen. Het stiertje stelt het goed en groeit snel. Binnen twee weken zal hij de boerderij verlaten, zoals alle stierkalfjes. Normaal gezien zullen we drie keer zo veel geld voor hem krijgen dan van een Holsteinkalf – waar we tegenwoordig slechts 60 tot 80 euro voor krijgen. Op die manier halen we voordeel uit kruisingen met andere rassen.

Het aantal kruisingen met Belgisch witblauw is wel beperkt. Het is bovenal belangrijk dat we genoeg vervanging hebben bij onze melkkoeien, bij onze Holstein-Friesian koeien. Gemiddeld ligt ons vervangingspercentage tussen de 30 en 40 %. Dit wil zeggen dat er zo’n 35 % van onze koeien per jaar worden vervangen: koeien die bijvoorbeeld niet meer drachtig raken of die slechte klauwen hebben, vallen uit en er komen vaarzen of eerstekalfskoeien bij in de melkstal. Als je weet dat we zo’n 160 kalvingen per jaar hebben, dan moeten we dus zo’n 56 vaarskalfjes (35 % van 160) per jaar hebben. Wij werken niet met gesekst sperma dus de kans op een vaarsje is 50 %, wat wil zeggen dat we dus sowieso zeker 112 koeien met een Holstein stier moeten insemineren. Dan blijven er dus nog ongeveer 48 koeien over die met een Belgisch witblauwe stier mogen geïnsemineerd worden. Dat is dus zo’n 30 % van de koeien. We zitten nog niet aan dat percentage maar gaan er wel naartoe.
UPDATE DECEMBER 2022: Ik heb de cijfers van de laatste drie jaar eens bekeken en we zijn intussen waar we moeten zijn. In 2020 werden 29 kalveren geboren die afstammen van een Belgische witblauwe stier. Dat was 29 van 192 kalveren – dat waren er redelijk wat maar het jaar ervoor 150 kalvingen, dus veel in januari 2020 – dus omgerekend 15 %. In 2021 werden 44 kalveren geboren die afstammen van een Belgisch witblauwe stier. Dat was toen 44 van de 172 kalfjes, omgerekend dus 25,5 %. In 2022 werden 64 kruisingen met Belgisch witblauw geboren. Nu was dit 64 van 176 of dus 36,3 %. Dat is echt een mooi aandeel! We hebben dit jaar 53 vaarskalveren aangehouden die we gaan opfokken tot koe.
Wat een prachtig kalfje! Mijn man insemeneert bij ons de koeien. Hij vindt het iedere keer weer spannend hier bij de drachtigheidscontrole door de veearts. Gelukkig meestal een goed resultaat. Succes nog!
LikeLike
Bedankt! Dat is inderdaad altijd spannend… De tijd van afkalven is nog spannender vind ik, altijd afwachten of alles goed verloopt.
LikeLike