Op vrijdag 26 juni ontvingen we ministers Hilde Crevits en Zuhal Demir op ons landbouwbedrijf. Omdat Crevits (CD&V) Vlaams minister is van Lanbouw en Demir (N-VA) bevoegd is voor het beleidsdomein Omgeving, hebben hun beslissingen grote invloeden op de landbouwsector. De laatste jaren worden wij als landbouwers overspoeld met heel wat nieuwe wetten en regels. Zo schreef ik in 2015 over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de erosiemaatregelen. Vorig jaar vertelde en toonde ik welke maatregelen we al nemen voor het klimaat. Hier in de Vlaamse Ardennen komt heel wat wetgeving samen en is het dus extra moeilijk. Enkele boeren uit de streek en de voorzitster van de Boerenbond gingen in overleg met de ministers over de problematiek rond MAP6, erosie, bosuitbreidingen, IHD en PAS. Verder ga ik kort in op elk punt, over wat verteld werd door de boeren en hoe er gereageerd werd door de ministers.

Het bezoek van de ministers aan ons bedrijf zou maar een uurtje duren. Daarom was alles goed voorbereid, omdat de boeren uit de streek over enkele (gevoelige) onderwerpen toch wel een en ander duidelijk wouden maken. Eerst gaf de voorzitster van de Boerenbond, Sonja De Becker, een inleiding. Waar nodig kwam zij later ook tussen met aanvullingen. Sonja is op de hoogte van de dossiers. Zij is ook de persoon die in contact staat met (het kabinet van) de ministers.
Bart De Clercq begon met de problematiek rond MAP6 (Mestactieplan 6) en dan vooral met de problemen rond de MAP-meetpunten. Over heel Vlaanderen zijn er honderden meetpunten waar de gehalten nitraat en fosfaat worden gemeten in waterlopen. Deze gehalten zijn in bepaalde gebieden (waaronder de Vlaamse Ardennen) te hoog en dit zou komen door de landbouw. Bart De Clercq uit Zottegem kaartte aan dat bepaalde meetpunten in zijn streek die een hoog gehalte hadden, onmogelijk door de landbouw konden beïnvloed zijn. Het oppervlaktewater dat er zogezegd gemeten wordt, komt eigenlijk van nitraatrijke bronnen en is dus grondwater. Landbouwers worden er slecht beoordeeld, terwijl zij er eigenlijk niets aan kunnen doen. Bart vroeg of deze meetpunten konden geschrapt of verplaatst worden.
Bart vroeg ook om een eerlijke meting van alle meetpunten. Bij ‘slapende’ meetpunten wordt namelijk maar een paar keer op het jaar gemeten, en dan nog in de ‘gevaarlijkste’ periode. Eerlijk wil zeggen: elke maand een meting uitvoeren en ook: als er geen water is, dan is er geen nitraat in het water.

Bart De Clercq en Patrick Mertens klaagden daarna over de erosiewetgeving en dan vooral over de boetes buiten proportie. Om erosie tegen te gaan, moeten boeren heel wat maatregelen volgen. Op zich zijn daar geen problemen mee, als de maatregelen maar praktisch haalbaar zijn. Maar nu moeten vanggewassen ingezaaid worden voor een bepaalde datum, terwijl het moeilijk kan zijn om te oogsten voor die datum of moeilijk kan zijn om nog te zaaien. Met weersomstandigheden wordt geen rekening gehouden, terwijl boeren net een beroep is dat heel veel beïnvloed wordt door het weer. Bart en Patrick vroegen een aanpassing van de torenhoge boetes want nu wordt men zelfs gestraft wanneer men 1 van de 30 ha vanggewassen dat men moet zaaien, niet zaait, en dan nog beboet op die 30 ha. Zo krijgt een boer dan een boete van 30 maal 1000 euro!
Luc Reyntjens ging verder in op de bosuitbreidingsplannen, en dan vooral die van het project Rond Ronse. Zijn landbouwbedrijf te Kluisbergen ligt in het plangebied en Luc zou dus zijn bedrijf kunnen zien verdwijnen tussen de bomen. Ook op heel wat andere plaatsen in Vlaanderen is landbouwgrond in gevaar omdat er tegen 2030 welgeteld 10 000 ha bos zal bijkomen. Luc vroeg uitdrukkelijk om rekening te houden met de landbouw bij bosuitbreiding. Gewassen zijn noodzakelijk voor dier én mens. Bovendien halen gewassen ook CO2 uit de lucht. Daarnaast zou het jammer zijn dat het typische landschap van de Vlaamse Ardennen te veel zou veranderen.
Lut D’Hondt uit Maldegem, provinciale voorzitster van Boerenbond, nam het woord over IHD (Instandhoudingsdoelstellingen) en PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Ze vroeg om een standvastig en eerlijk beleid waarmee de boeren verder kunnen. Patrick Mertens uit Geraardsbergen gaf én toonde een voorbeeld. Hij kreeg eind 2014 een rode PAS-brief: zijn landbouwbedrijf kon niet verder blijven bestaan zoals het was. Zodus ging hij op zoek naar oplossingen: hij besloot na jaren een nieuwe stal te bouwen met stikstofreducerende roosters. Deze roosters, waarvan hij een onderdeel had meegebracht, zorgen voor een reductie van 43 %. Al bleek die reductie voor het Vlaamse beleid enkele maanden terug van de ene dag op de andere maar 24 % meer te zijn – in andere landen is er geen probleem met die roosters. Patrick vroeg om duidelijkheid, eerlijkheid en realisme.

Ministers Hilde Crevits en Zuhal Demir luisterden naar de boeren, gingen in gesprek en leken de problemen te vatten. Nu is het aan hen om ook effectief in te gaan op de eerlijke en correcte vragen van de boeren. Het is nu aan hen om de wetten eerlijker en werkbaarder te maken. De theorie opstellen is misschien evident, maar het moet ook in de praktijk haalbaar zijn. Landbouw gebeurt in de praktijk. Daarom zijn we trots de ministers op ons bedrijf te mogen hebben ontvangen. Hier hebben ze hun voeten in het gras gezet, hier hebben ze de koeien horen loeien en de boeren horen strijden. Hopelijk kunnen we in de toekomst allemaal blijven lachen.


In 2015 ontvingen we trouwens ook reeds een minister op ons melkveebedrijf: minister Joke Schauvliege.
Een gedachte over “Ministers Hilde Crevits en Zuhal Demir op ons landbouwbedrijf”